A50 MIRT onderzoek
Betere doorstroming, bereikbaarheid en leefbaarheid rond de corridor A50
In 2019 heeft het Rijk samen met de provincies Gelderland en Noord-Brabant afgesproken maatregelen te nemen voor een betere doorstroming, bereikbaarheid en leefbaarheid in het gebied rondom de corridor A50. Het MIRT-onderzoek A50 Knooppunten Ewijk-Bankhoef-Paalgraven leidde tot het voorstel van de provincies, gemeenten en bedrijfsleven voor een gebiedsgerichte mobiliteitsaanpak. Hierbij zijn 2 werksporen afgesproken:
1. Het opstellen van een Strategische Agenda en Mobiliteitsaanpak voor de A50 corridor Nijmegen – Eindhoven, en;
2. Het uitvoeren van een MIRT-verkenning voor het A50-tracé Ewijk-Bankhoef-Paalgraven in de A50 corridor Nijmegen – Eindhoven.
De processen voor beide werksporen zijn inmiddels opgestart. Beide werksporen kunnen niet los van elkaar gezien worden. Ook zullen de resultaten uit beide werksporen met elkaar geïntegreerd worden, om uiteindelijk tot een totaalpakket te komen van fysieke infrastructurele maatregelen en mobiliteitsmaatregelen. Graag vertellen wij u waar we nu staan.
Uitvoering
De Strategische Agenda (werkspoor 1) wordt uitgevoerd door provincie Gelderland, provincie Noord-Brabant en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Bij de opstelling van de Strategische Agenda en de mobiliteitsaanpak zijn gemeenten, meerdere maatschappelijke organisaties, waterschappen en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven betrokken. De MIRT-verkenning (werkspoor 2) wordt uitgevoerd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat conform de daarvoor geldende MIRT-procedure.
Waar staan we nu?
“Bij de MIRT-verkenning ligt de focus op het onderzoeken van mogelijke fysieke infrastructurele maatregelen op de A50 tussen de knooppunten Ewijk-Bankhoef-Paalgraven”, aldus Lilette Willems, projectleider van het Ministerie van IenW: “De komende maanden werken we door aan het uitwerken van een Plan van Aanpak , de onderzoekafbakening, het opstellen van de Startbeslissing, en het uitwerken van kaders voor capaciteit. Dit moet begin juli uitmonden in een door de Minister ondertekende Startbeslissing.”
“In de verkenning gaan we breed kijken naar alle mogelijke oplossingsrichtingen voor de A50. De resultaten uit het MIRT-onderzoek nemen we daarin natuurlijk ook mee. Na analyse van de problematiek op dit traject gaan we eerst een longlist van alle mogelijke oplossingsrichtingen opstellen. Op basis van vooraf bepaalde beoordelingscriteria valt een aantal oplossingsrichtingen af en blijft er een shortlist van kansrijke alternatieven over; dat is de zogeheten ‘eerste zeef’. We streven ernaar dat er in het najaar van 2022 een Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen ligt. Vervolgens gaan we de kansrijke alternatieven uitwerken. En daar komt dan, bij de tweede zeef, een voorkeursalternatief uit. Dat voorkeursalternatief wordt uitgewerkt in een Structuurvisie Voorkeursbeslissing en zal naar verwachting in augustus 2022 gereed zijn.”